Als ik straks groter ben,
wil ik op zee gaan varen.
Dan koop ik zelf een grote boot,
daar ga ik nu voor sparen.
En die boot is helemaal wit,
met een pijp waar rook in zit
en gaan wij de haven uit.
Dan fluit ik met de fluit
Tuut, tuut, tuut de touwen los
want daar komt de "Albatros"
Tuut, tuut ,tuut daar gaat de fluit,
de Albatros vaart uit.
Dan neem ik onze papa mee
Om elke dag te roeien.
Al hij dan op dat schone schip,
maar niet met as gaat knoeien
En de condutuer mag mee,
om te sturen op de zee.
Sinterklaas mag ook met Piet,
de tandarts lekker niet.
refrein
En mamma mag natuurlijk mee,
die kookt gereglet eten.
Maar nooit geen pap of havermout,
dat heb ik thuis gegeten.
Want ik ben de Kapitein,
met zo'n snor als ome Hein
Telkens als ik eten ga,
eet ik framzozen vla.
refrein
En komt er soms een zee piraat,
die ons wil overwinnen.
Ik eet bord spinazie leeg,
dat sla ik zo naar binnen.
Want daar krijg je spieren van,
als popye de sealorman.
En ik gooi dat kaperschip,
met één hand op de klip.
refrein