De trein
En de trein die rijdt op wielen,
op wielen, op wielen.
En de trein die rijdt op wielen
op wielen rijdt de trein.
En dan komt de conducteur,
en die knipt de kaartjes deur.
En dan blaast hij op z'n fluit,
en dan gaat de trein vooruit.
En de trein die rijdt op wielen,
op wielen, op wielen.
En de trein die rijdt op wielen,
op wielen, op wielen.